zondag 1 april 2012

de glimlach in mijn achterhoofd





Afgelopen donderdag 29 maart is 'de glimlach' ten doop gehouden in De Nieuwe Liefde te Amsterdam.Hieronder kunt u het bericht lezen dat Meine Fernhout als 'recensie' heeft uitgesproken tijdens de presentatie.




Een inspirerende glimlach-

de glimlach in mijn achterhoofd
is een buitengewoon intiem boek . Het toont hoe een diep innerlijk weten voortdurend aanwezig is . Niet schreeuwend aan de voorkant , de ervaring van alledag wegdrukkend , maar ergens , at the back of your mind , als een geruisloos weten . Dat maakt het boek intiem .
De glimlach in mijn achterhoofd , dat is typisch zo'n titel waarin de suggestie van mildheid ligt besloten . Die is er ook . Maar het tegendeel zit er ook in . Ik kan u zeggen dat er nogal wat heftigheid in voorkomt . Niet om willens en wetens olie op het vuur te gooien , maar omdat de ervaringen van een vrouw die zichzelf weer op de been krijgt zo intens worden beschreven dat het niet zonder kan . Maar , als gezegd , achter die heftigheid ligt een innerlijke stelligheid . Het is dezelfde heftigheid die ook ligt in haar eerste boek , de dood legt liefde bloot . Alleen , alles is een fase verder . Want , het kon nog verder , hoe , dat leest u in de glimlach in haar achterhoofd .
In het vorige boek was al overduidelijk te zien hoe de schrijver na de dood van haar geliefde in het leven stond . Als je haar boeken goed leest zou je eigenlijk moeten zeggen hoe het leven zelf in haar leefde , maar dat is zo ongewoon dat je dat nauwelijks soepel uit je mond kan krijgen , terwijl je weet dat het zo is . Dit boek laat zien hoe het met de liefde die door de dood van Hein is blootgelegd verder gaat . Dat gaat goed , want die zit voortdurend in haar achterhoofd .
Dat die intimiteit dragelijk is voor de lezer , komt door een paradoxale combinatie . De taal van de schrijver is rond . De zinnen zijn kort en ze rollen aanhoudend je hoofd binnen . Het lijkt allemaal van een kinderlijke eenvoud , soms lijkt het wel naïef . Deze eenvoud is de beste manier om de diepte van wat er gezegd wordt uit te laten komen . Sommige fragmenten zijn mystiek van karakter andere buitengewoon alledaags , en de tegenstelling tussen beiden is slechts schijnbaar. En dat in te zien is toch moeilijk nog kinderlijk te noemen . Het is niet alleen diep het is ook veel . De verschillende fragmenten hebben per hoofdstuk een veelheid aan ervaringen . Of het nu gaat om de verwondering die zit in de zogenaamde kleine dingen uit de natuur , een Oost-Indische kers , een vallend boomblad of het getrippel van een vogel , of juist in de intensiteit waarmee de schrijver zichzelf existentieel bevraagt , het loopt allemaal als een kind met de wind in de rug . Die veelheid doet overigens sterk denken aan het werk van de schrijver in vroeger dagen. Als mode ontwerper maakte ze collecties in een groot samenhangend beeld .
Een illustratie uit het boek is een schetsboekje van toen ze twaalf was , een serie ontwerpen voor stoffen, met de prijs erbij. Oog voor detail en eenheid . Dat is ze nooit kwijtgeraakt . En nu ik het toch over illustraties heb ... Naast tekst heeft het boek een rijkdom aan allerhande beeldend materiaal , want dit hoort net zo bij de schrijver als haar woorden . Treffende beelden , waarvan de maker zelf zegt dat je er eigenlijk helemaal niets voor hoeft te doen . Maar er is een voorwaarde , je moet het eerst zelf zien , voordat je het een ander kan laten zien . De kern van haar werk toont zich in een paar zinnen . We lezen bijvoorbeeld ‘geen vorm meer’ of ‘ik ben kwijt’ of ‘ik krijg dit niet uitgelegd’ .
Meine Fernhout, 29 maart 2012